De werking van de klieren

       

      1. De HYPOPHYSE klier moeit zich met veel belangrijke processen als grote spelverdeler .

                              * De voorzijde scheidt hormonen af ter regeling van de:

  • groei ( STH somatotroop hormoon)
  • productie van eicellen en spermacellen (FSH follikel stimulerend hormoon )
  • stimulatie mannelijke- en vrouwelijke stéroïde hormonen (LH luteiniserend hormonn) 
  • schildklier (TSH thyroïde stimulerend hormoon (*)
  • corticoiden productie (ACTH adrenocorticoide hormoon : soort cortisone met de gedragskenmerken )
  • kropmelkproductie en het broedgedrag (PRL prolactine)

                               *De achterzijde regelt de productie van:

  • Oxytocine: regelt de bloeddruk, verhoogt de suikers en de aminozuren (eiwit opbouw) in het bloed en zorgt voor de samentrekking van de eileiders ( afdalen ei)

   en van 

  • Vasopressine: controleert verlies van vocht via de nieren ( anti diurese) 

                 Het kan ook forse contracties van de eileiders veroorzaken

                 Beide hormonen spelen een belangrijke rol in het sexuele gedrag van de doffers…

     2.De HYPOTHALAMUS of pijnappelklier is zeer klein en verantwoordelijk voor het aanpassen aan donker en licht (dag en nacht) er is nog weinig van bekend.

     3. De SCHILDKLIER en BIJ-SCHILDKLIER willen we even nader bekijken  (*)

De schildklier is een paar, dus in tweevoud bovenaan links en rechts van de luchtpijp.

De schildklierwerking wordt beïnvloed door omgevingsfactoren, de temperatuur, de hoeveelheid licht, stress etc..

 Deze klier moet over voldoende jodium (tekort veroorzaakt echter opzwelling of hypertrophie!) beschikken om het aminozuur tyrosine, (via de tussenstappen mono- en di-jodo-thyronine) om te zetten naar: tri-jodo-thyronine (T3) en thyroxine (T4) dit laatste het specifiek schildklier-hormoon.

 Enkel deze laatste twee stoffen ( die elkaar in evenwicht houden) worden door de schildklier in het bloed afgescheiden met een piek rond 08 uur en 16 uur.

 Het T4 is uiteindelijk verantwoordelijk voor de groei en de stofwisseling, de ontwikkeling van de voortplantingsorganen bij de duivin.  Het verhoogt op uitgesproken wijze het verbruik van zuurstof in de hartspier  maar ook in alle zuurstof verbruikende  processen.

Bij te veel van dit hormoon worden  lichaamsweefsels echter afgebroken (catabolisme). 

Teveel aan jodium veroorzaakt trage werking van de schildklier met  leveropzetting door suiker opstapeling en rem op de sexualiteit bij de duivinnen. (Leg stop)

Bij de doffers ontstaat steriliteit met verkleining van de  testes. 

De bij-schildklier (parathyroïde) ligt net onder de  schildklier.

Het zijn eigenlijk 4 erg minieme aparte kliertjes maar van vitaal belang bij een aantal processen van onze sportduiven

Het betreft vooral de calcium en vitamine D huishouding en dit in combinatie met UV licht en de regeling van de mineralisatie van de beenderen met calcium en fosfor. 

Vitamine D verhoogt de opname van calcium ter hoogte van de darm. Door zijn vermogen tot het geven van een mini elektrisch stroomstootje (microvolt) is calcium cruciaal  voor de « ontsteking » van de spiercontractie.

                                                                   ***

 

Veel mensen denken dat een « knook », eens hij gevormd is, gelijk en onveranderlijk blijft tot zelfs vele jaren na de dood. Niets is minder waar. In het hele gebeente is er permanent aanvoer en afvoer van mineraal materiaal ( calcium en fosfor).

Beenderen bouwen voortdurend op en breken voortdurend op een gebalanceerde wijze  af , zodat er een gemiddelde skeletstevigheid en -standvastigheid gewaarborgd is.

(Calciumhomeostase). We kunnen hieruit meteen afleiden dat door kunstmatig te verduisteren de calciumhuishouding tijdelijk uit evenwicht gaat. De bijschildklier (parathyroïde ) reageert door in overdrive ( in hypertrophie ) te gaan doordat  er te weinig calcium en vitamine D in het bloed aanwezig is.

Dat kan zich achteraf allemaal wel herstellen, maar tijdens de competitie is het aan te bevelen om reeds tijdens deze ingrijpende, uitgelokte stofwisseling wijziging, bij te sturen met calcium en vitamine D.

 

Daartoe hebben we Miobol in onze vliegschema’s voorzien zodat een aangepaste dosis van deze beide elementen aangereikt wordt.

 

Vandaag hebben we geleerd hoe complex en interactief klieren werken.  Het is dus een hele  wisselwerking  van stimulatie en terugkoppeling. Zo maar aan het cruciale vitamine D genererende daglicht morrelen  en vervolgens lukraak van alles gaan bijgeven of weglaten is niet wijs.

 

Met dit in het gedachte werd Miobol ontwikkeld

  • Het bevat een aan het vliegseizoen aangepaste dosis calcium , phosfor en vitamine D(*) om het rui-effect te behouden zonder de stofwisseling  te verstoren. 
  • Om door zijn vetgehalte te zorgen voor een sterke energie aanvoer voorbereidend aan de prestatie en na de terugkeer als recuperatie.
  • Ook tijdens de kweek voor een goede ontwikkeling van de jongen en tegelijkertijd voor het behoud van de conditie van de ouders.

(*) allerlei producten combineren kan leiden tot overdosering van vitamine D waarbij, door  het terug oplossen van de calcium de beenderen zwak kunnen worden en vervormen. Voor elke diersoort bestaan er maximaal toevoegbare dosissen. Daarom raden wij u aan samenhang van een  uitgebalanceerde gamma zoals COMED na te streven.