Artificiële Intelligentie en antibiotica

De reeds erg controversiële, maar niet meer tegen te houden Artificiële Intelligentie (AI), zal in de toekomst ook ingezet kunnen worden in het ontwikkelen van antibiotica.

Het is inmiddels bijna 50 jaar geleden dat in de ontwikkeling van de geneesmiddelen familie der antibiotica ( begonnen met penicilline in 1928) de laatste tak van de “quinolones”  vb Baytril) werd ontdekt.

Nadien kwam geen enkel nieuw antibioticum meer. De ontwikkeling is nl. zo kostelijk dat de farmaceutische sector er voor bedankt, wegens geen verdienmodel.

 Nieuwe geneesmiddelen

De ontdekking en het op de markt brengen van een nieuw geneesmiddel duurt twaalf tot veertien jaar. Het is niet alleen een langdurig en kostelijk, maar ook financieel een riskant traject, wegens geen zekerheid op slagen. Indien men dan alsnog een nieuw antibioticum zou kunnen ‘ontwikkelen’, kan begrijpelijkerwijze de overheid het gebruik er van enerzijds strikt beperken om de resistentie te voorkomen of kan ze anderzijds het massagebruik toestaan, waardoor dan weer het spook der resistentie opdoemt. Hoe dan ook , in beide gevallen is de terugverdien mogelijkheid onzeker.

Door de geluksfactor in de zoektocht naar moleculen te verlagen en te vervangen door een beredeneerd model op basis van artificiële intelligentie zou het vinden van kanshebbers sterk toenemen en de ontwikkeltijd en de kostprijs substantieel afnemen.

Sterfte tgv resistente kiemen

Zo een vaart zal het uiteraard niet gaan en hierdoor breken er natuurlijk niet meteen slechte tijen aan voor de ziekteverwekkende bacteriën. Echter, aan de 33.000 Europeanen die naar schatting jaarlijks aan infecties sterven tgv de resistente kiemen, moet dringend iets gedaan worden. Dit getal zou zelfs oplopen tot 10 miljoen slachtoffers per jaar in 2050!

In de veronderstelling dat we in de toekomst terug nieuwe antibiotica aan de lopende band gaan ontwikkelen, is het voor ons liefhebbers niet meteen wijs om daar al onze hoop op te stellen.

Zoals reeds in vorige blogs beschreven is er ook het probleem van antibiotica residuen in het ecosysteem, in het bijzonder in het (oppervlakte)water van rivieren, meren en oceanen en het creëren van resistente kiemen op grote schaal.

De oplossing voor de sport-dieren-geneeskunde is niet massaal terug grijpen naar talrijkere toekomstige nieuwe antibiotica, maar wel de veel subtielere pre-en probiotica. 

Comed gebruikt bovendien in zijn formules ook nog de niet levende para-probiotica, nl fragmenten van levende probiotica, die eveneens erg nuttig zijn in de natuurlijke bescherming dmv een optimaal werkend immunsysteem.

Een recente studie toonde aan dat er een merkbaar onderscheid te maken viel bij gevogelte (kuikens), dat in hun eerste levensdagen enerzijds antibiotica (quinolones = baytril) en anderzijds probiotica toegediend kregen.(*)

Passieve of humorale immuniteit

De hoeveelheid antilichamen IgY , overgedragen van de moeder naar het jong via de dooier in het plasma van de kuikens was merkelijk lager bij de met enrofloxacin (Baytril) behandelde kuikens, wat wijst op een verlaagde passieve of humorale immuniteit van die jongen (aanwezig in het bloed en de vloeistoffen tussen de weefsels).

De moeder heeft deze immuniteit opgebouwd op basis van pathogene contacten in haar omgeving (die aanvankelijk ook deze van het jong zal worden) en zal ze vervolgens via de dooier doorgeven aan het jong om het gedurende de eerste 2 weken te beschermen.

Zo is Vb herpes virus dodelijk voor de jonge duif, zonder deze passieve immuniteit, verkregen via de moeder). Eens de jongen uitgekipt kunnen ze deze immunoglobulinen niet meer opnemen via hun spijsverteringskanaal. 

Actieve- of cellulaire immuniteit

Hiertegenover staat de actieve- of cellulaire immuniteit die verworven wordt ingevolge de prille contacten van speciale lichaamscellen (zoals macrofagen ontstaan uit witte bloedcellen) met de ziekteverwekkers , die ze bij besmetting achteraf kunnen herkennen, waarop ze een gepaste respons kunnen geven.

Uit deze studie blijken heel wat overlappende invloeden van pro- en antibiotica op het immuunsysteem, met als eindconclusie dat het toedienen van quinolone, de eerste -via de dooier meegekregen- immuniteit duidelijk vermindert. Deze bevindingen geven aan dat er een verband kan bestaan bij onder meer het ontstaan van de jonge duiven ziekte (***) tgv de immuniteit kloof.

• Het is niet aan te bevelen om daar (allerminst bij wijze van preventie) te pas en te onpas in tussen te komen met (blinde) antibiotica kuren. Feit is dat het bevolken (koloniseren) van de darm met goede kiemen (probiotica) om de slechte te verdringen, de aangewezen strategie is.


Anderzijds bleken quinolones ook zekere verdiensten te hebben door via het moduleren van de cellulaire immuniteit, ontstekingsprocessen te controleren - zij het binnen een betwistbare strategie- om op deze wijze het gebruik van (andere) antibiotica in de kippenindustrie te verminderen.

Praktisch gesproken gaat het er om dat duiven de infecties zelf moeten aankunnen en dat staat of valt met een perfect werkend immuunsysteem.

Dit immuunsysteem moeten we daarom ook zo efficiënt mogelijk ondersteunen. Het is enorm complex maar van cruciaal belang voor het presteren tgv wedvluchten.

Mest goed, al goed! Vaak zijn de problemen, bij het bekomen van een goed werkend immunsysteem, darm gerelateerd.

Je vindt het glashelder uitgelegd in de video van Willem Debruijn


 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9101873/

(*)
Er is wat betreft het immuunsysteem, een klein verschil tussen de kip en de duif, maar in de interpretatie van deze studie niet relevant

(***)
EEN GOEDE START
Het afweersysteem van een duif is een samenwerking van verschillende organen die de verdedigingscellen (Lymfocyten) en de anti-lichamen (immunoglobulinen) produceren. Bij het uitkippen heeft het jong de antilichamen van de moeder meegekregen (passieve immuniteit). Deze afweer zal geleidelijk verzwakken als de duif na het uitkippen zijn eigen immuunsysteem begint te ontwikkelen. Helaas het circovirus (C.V.) is schadelijk voor het immuunsysteem. In de eerste 2 maanden van het jonge duivenleven, als de passieve immuniteit overgaat naar de actieve immuniteit, is de zak van Fabricius een reservoir van circovirus: hier worden de lymfocyten B gevormd. Na antigene stimulatie zetten de lymfocyten B zich om in plasmocyten die migreren naar het bloed. Deze produceren immunoglobulinen in het bloed (humorale immuniteit). Dit subtiele proces wordt grondig verstoord door het circovirus.

Als er geen naadloze overgang is van de ene fase naar de andere, dan riskeert de duif een verzwakt immuunsysteem bij het spenen (immuniteits-kloof). De COMED METHODE zorgt voor een gezond immuunsysteem te allen tijden.
De COMED METHODE helpt de jonge duif om deze overgangsperiode
tijdens het spenen met succes te overbruggen.

Negatieve (oxidatieve) stress (spenen, in groep verplaatsen, vaccinatie, onhygiënische omgeving, vervoer, etc.) kan schadelijk zijn voor het immuunsysteem van de duif. Ze activeren het circovirus. De COMED METHODE houdt het afweersysteem van onze duiven in evenwicht. Onze Comed producten helpen de jonge duiven een tijdelijke zwakte van hun immuunsysteem (ziekteafweer) te overwinnen.

 


Older Post Newer Post