Een thuisgevoel met Stopmite

“Gij moet u duiven van uwen grond aanschaffen”

In deze herfstdagen na een zomer met een ongeziene en beangstigende watervloed, is een moment van bezinning op zijn plaats. De grote solidariteit binnen de natie, met warmte en genegenheid tussen de burgers stak sterk af tegen de soms bitsige retoriek op de politieke tribune. Er is nog veel dat ons Belgen onvoorwaardelijk bindt, zeker bij tegenspoed.

Dat is niet anders in de duivensport. Is er nog een toekomst, na een seizoen waarin we zonder verklaring zo ontzettend veel duiven verloren? Natuurlijk is die toekomst er, mits we onze ledenaantallen goed in stand houden. Dat kan met de regel van drie:

  1. De oudere liefhebbers moeten jonge geïnteresseerde, beginnende kandidaten een koppel van hun beste duiven geven. Daarmee investeren ze in de toekomst van de sport, ook in hun eigen belang.
  2. De leerling-duivenliefhebber moet bereid zijn ontzettend veel te observeren en heel goed te luisteren naar de (oudere) meesterduivenliefhebber.
  3. De leerling-duivenliefhebber moet er zich van verzekeren dat zijn liefde voor de duif onvoorwaardelijk is. Anders zal niets lukken.

Terug naar de roots

De geroemde broers Noel en Robert Descheemaecker, zonen van een uitgever, waren gepassioneerde liefhebbers. Zij hadden de ware geest om de top te bereiken, door analyse en inzicht. Door hun publicaties leerden ze de liefhebbers bijna 100 jaar geleden hoe met de duiven te spelen. Noel (gewezen advocaat) bleef actief in de sport tot zijn 92ste. Ik las eens in een van de oude edities van duifje lacht, toen genoemd “Het Duivensport” , een groen boekje uit de dertiger jaren:



“Gij moet u duiven van uwen grond aanschaffen”. Bij die zin heb ik lang nagedacht. Zou het oriëntatievermogen van uit verre losplaatsen naar een vaste coördinaat in eigen streek mee geërfd worden? Ik sprak hierover met Luc Sioen uit Moorslede, hij is overtuigd dat de duiven per streek een selectie ondergaan in functie van de gemiddelde ligging in de wind. Inderdaad, het duivenspel is een windspel en daardoor zijn Limburgse duiven bijvoorbeeld anders ontwikkeld dan West-Vlaamse duiven.

Duiven die altijd moeten opboksen tegen de wind (“Flandriens” in wielertermen) of duiven die eerder staartwind hebben, ontwikkelen namelijk andere soorten spieren. De vliegspieren in het eerste geval moeten meer zuivere kracht inzetten (lange gladde spieren), tegenover de tweede soort die zorgt voor meer behendigheid en sturing bij staartwind (dwarsgestreepte spieren). De donkerrode gladde spieren functioneren ideaal met een sterke vetstofwisseling , terwijl witte dwarsgestreepte spieren over voldoende reserve aan koolhydraten (suikers, zetmeel) moeten beschikken.

Duiventypes

Voor de duidelijkheid: beide prestaties zijn verschillend maar finaal even belastend. Uiteraard kan de wondere duif tussen deze typische calorie bronnen makkelijk omschakelen, maar deze processen vergen een beetje tijd, wat weliswaar in de wedstrijd het verschil tussen winst en verlies kan betekenen. De gevraagde prestatie “afhankelijk van de ligging tov de losplaats en dientengevolge de wind” bepaalt dus mede de ontwikkeling van de soort duif. De kopwind duiven zijn anders gebouwd dan de staartwind-duiven. Een ervaren liefhebber kan bij het ter hand nemen van de duif dan ook relatief gemakkelijk raden van welke streek ze afkomstig is. Zo ontstonden ook samen met de one loft races, duiventypes die voor dit soort vluchten geselecteerd werden en die het dan ook daadwerkelijk waarmaken in de deze competitie.

Streekgeur

De stelling (“Gij moet u duiven van uwen grond aanschaffen”) zou ook kunnen kloppen op basis van de streekgeur. Elke streek heeft zijn typische geur die bepaald wordt door de grond en alles wat er op staat of groeit. Wetenschappelijk onderzoek leerde ons al geruime tijd dat duiven over een geografische kaart (zichtbare elementen), een magnetische kaart (een echt kompas), een klankkaart (lange geluidsgolven) als ook een “olfactische kaart” (geurkaart) beschikken. Ze herkennen namelijk via sensoren achteraan in de neus dewelke in contact staan met de hersenen via de reukzenuw, de geur van de streek door de aanwezige bossen, velden, rivieren inbegrepen de er in zwemmende vissen, de zeelucht, de berglucht etc. Ze ruiken de stal, letterlijk en figuurlijk.

Ik citeer graag dit artikel uit 1985: “Zo kunnen duiven niet alleen worden verhinderd hun koers naar huis te oriënteren door bepaalde stoffen uit de geïnhaleerde lucht te verwijderen, maar ze kunnen ook systematisch worden misleid door valse informatie op hun reukcentrum.”

Pollutie vroeger en nu

Vroeger, tussen en na de oorlogen was de pollutie van de opkomende industrie brutaler, met grote hoeveelheden van waarneembare meestal stinkende uitstoot.

Nu is de industrie op het eerste zicht properder geworden, maar die produceert inmiddels duizenden verschillende chemicaliën, die we niet eens meer kunnen zien of ruiken. Soms zijn ze niet eens analyseerbaar.

De recent ontdekte pollutie met PFOS door 3M is er een schrijnend voorbeeld van. Een ganse bevolking werd gedurende jaren dag na dag besmet terwijl niemand er erg in had. We mogen niet vergeten dat duiven op kilometers afstand elkaar kunnen vinden met hun reukvermogen, door middel van zeer kleine hoeveelheden feromonen (geurhormonen).

Een groter percentage verlies dan normaal kan mogelijks het gevolg zijn van heimelijke onschuldig lijkende chemicaliën, die met de feromonen interfereren. Sommige duiven zullen er minder last van hebben dan anderen, maar een effect is er ongetwijfeld.

Dat is een bijkomend argument om aan de duiven niet onnodig chemische hulpmiddelen zoals antibiotica te verstrekken, maar uitsluitend natuurlijke, op basis van door gewone planten afgescheiden stoffen.

Stopmite

Op basis van dit principe creëert Stopmite met een specifieke selectie aan aromatische plantenextracten, een thuisgevoel op basis van een typische thuisgeur op het hok. Ook liefhebbers laten ons weten dat ze aan de omgevingsgeur gehecht geraken, die opgebouwd is door het regelmatig gebruik van Stopmite. Het is een aangename, voor de luchtwegen bevrijdende geur, zowel voor de duif als voor de mens. Het is een borstmiddel met expectorerende werking. Een duif die boven het hok vliegt of op het dak zit, neemt de herkenbare geur waar en is genegen om binnen te gaan.

 

Soms zie ik leken opveren en gekluisterd luisteren naar een sterk verhaal zoals dat van sommige duifjes, geboren uit een ei dat werd uitgebroed door pleegouder-duiven bij een liefhebber op vele kilometers afstand. Vervolgens vliegen zij reeds bij hun eerste vlucht terug naar het hok waar dat eitje gelegd werd.

Puur natuur

Deelhebben aan deze bijna bovennatuurlijke fenomenen die de duivensport zo magisch maken, moet ons vervullen met bewondering, bescheidenheid en dankbaarheid. Deze ingesteldheid is mede de basis voor de liefde voor de duif. Ze is al onze opofferingen meer dan waard. In ons bezoedeld milieu evolueren we ook met onze duiven naar puur natuur. COMED wijst daar al bijna 50 jaar de weg. In de aanloop naar het nieuwe kweekseizoen staan de vertrouwde klassiekers van COMED opnieuw klaar.

 

 

 



Older Post Newer Post