Duif en mens als bevriende holbewoners.
De nationale vluchten zijn voorbij.
De duiven zijn toe aan rust.
De lichten mogen doven…
Terug in de tijd.
Duiven woonden heel vroeger, duizenden jaren geleden, in grotten en holen. Zij konden daar samen met de mens meestal veilig vertoeven, relatief beschermd tegen de elementen -onguur weer- en de meeste grote roofdieren. Ze vlogen dan ook in beschermende zwermen in de zomerzon, omdat zij als holbewoners, alsnog het licht niet schuwden.
De eerste mensen wisten te overleven in de beschikbare grotten, waarbij ze zich met het -een miljoen jaar geleden uitgevonden- maken van vuur konden verdedigen tegen ongewenste indringers. Binnen deze grotten ontstond dus een ecosysteem van wezens die minder bang waren voor het vuur van de mens. Het waren insecten en knaagdieren die leefden in de uitwerpselen en het afval. Kleine reptielen leefden dan op hun beurt weer van de insecten en de knaagdieren.
De stank in zo een grot was naar onze normen ondraaglijk. Hygiëne bestond niet en de geur van de vrij snel drogende duivenmest, die ze erbij moesten nemen, was de minste van hun zorgen. Zo was er ook de stank van resten rottend vlees aan bewerkte dierenhuiden en van hun (zeer gewaardeerde) eigen uitwerpselen en urine, die omwille van de aanwezige ammoniak, gebruikt werden om het lijnwaad (uit wol) te sterken en te bleken. Vaak waren in (de ruimere) grotten ook zeer grote aantallen (tot miljoenen) vleermuizen, waarvan de guano-mest gegeerd was door enorme kakkerlakken en andere insecten. Zij worden actueel aangewezen als de mogelijke broedplaatsen van waaruit het SARS coronavirus ons aanvalt.
Deze taferelen vormden de achtergrond voor het gezellige (kamp)vuur, een cruciale uitvinding van de mens, die zich in zijn kwetsbare naaktheid kon verwarmen, voedsel eetbaar maken door het te braden of te roken, het licht in de duisternis kon laten schijnen etc. Met de kool en de mineralen uit de asresten maakten ze medicijn tegen besmettelijke darmziekten zoals de voorlopers van tyfus en cholera. Hij kon met het vuur zijn gezin beschermen en zich veilig voortplanten in de betovering en de sfeer van de magische vlammen.
Knetterend vuur bezorgt ook nog tot vandaag iedereen een romantisch oergevoel. De mee inwonende duiven profiteerden van deze bijzondere omgeving. De jongen werden blind geboren, hadden slechts een dun dons kleedje en waren volledig afhankelijk van hun ouders en de beschermende omgeving van de grot.Het duivenleven bestond, zoals nu nog steeds, uit het uitvliegen en hard werken op zoek naar voedsel voor de kroost in de volle zomerzon, maar van zodra het avondschemer intrad en de zoektocht naar voedsel stopte, trad snel de duisternis in. Zij konden hoogstens nog wat het slaapverwekkend lichtschijnsel van het vuur waarnemen. Zij zaten dus vrij veel in het donker. Opgelet, zij hebben het zonlicht nodig om te presteren om hun hormonen te laten werken, om het essentiële vitamine D aan te maken noodzakelijk voor de voortplanting en de ontwikkeling van spieren en beenderen. We weten dat (rots)duiven al meer dan 300.000 jaar geleden in holen en grotten samenwoonden met onze voorouders die ze daar domesticeerden tot tamme duif.
Goddelijke status.
Deze omgeving was ook uitermate geschikt voor de vorming van een kolonie. Het was voor de mens in eerste instantie een fantastische spirituele ervaring om een vliegend wezen tam te maken. De mens kreeg via zijn relatie met de duif op bijna sacrale wijze greep op een stukje hemel. De duif kon hoog, tot kort bij de goden, vliegen en als zij daar bijna in de hemel geweest was en vervolgens na korte tijd weer terug naar zijn woonst nabij de mens keerde, kreeg zij een goddelijke status (Horus).oud Egyptische mythologische afbeelding van de goddelijke duif
Men had ook al snel gezien dat uit een koppeltje duiven in enkele maanden makkelijk 10 nakomelingen ontstonden, en dit vanaf hun eerste levensjaar. Ze waren aanvankelijk omwille van hun goddelijke status niet noodzakelijk een bron van voedsel. In een later stadium wel: nl. eerst de consumptie van de eieren en daarna het vlees. In de recentere geschiedenis bouwden de belangrijke mensen duiventorens owv hun vermogen om boodschappen over te brengen. Waarschijnlijk stamt de wederzijdse genegenheid tussen mens en duif van uit deze oeroude relatie.
Welke lessen trekken wij hieruit:
- Wij sportliefhebbers hebben verdonkerd en/ of bijgelicht om de rui en de daardoor beïnvloede sportprestaties aan te sturen.
- We ontregelden het circadiaanse ritme (dag-/nachtklok).
- We moeten er van uit gaan dat onze huidige duiven dat allemaal niet zo graag hebben. Feit is zeker dat elk voordeel zijn nadeel heeft en dat ze er door kunnen ontregeld worden. Denk aan conditieverlies of verhoogde gevoeligheid voor (virale) infecties (aan de kop).
- We mogen er ook van uitgaan dat in de laatste eeuwen de tamme duif zich voorzeker wat aangepast heeft aan haar cohabitatie met de mens. Maar de oer gedragingen blijven hun invloed hebben op de achtergrond.
Het is deze basisanalyse gecombineerd met observatie en reflectie die ons de juiste inzichten bezorgen. Een slimme rui-mengeling is momenteel aan de orde.
Het COMED Rui Programma
Deze slimme riu-mengeling moet gericht zijn op het in stand houden van de lichaamstemperatuur en de vervanging van het vederkleed, minder voor prestaties. De voeding moet dus zeer specifiek zijn. De aanwezige eiwitten, bestemd voor de vacht, moeten daartoe rijk aan zwavel zijn. Deze zwavel moet biochemisch verankerd zijn (zoals in Murium). Zuivere (gele)zwavel(bloem) bijgeven is voorbijgestreefd en zelfs een beetje brutaal voor de darm. Het COMED rui programma tracht al de mogelijke onevenwichten bij te sturen.
Miobol werd met dit oogmerk ontwikkeld. De late kweekprogramma’s voor de jonge duiven (die eigenlijk niet aan te bevelen zijn) kunnen niet optimaal verlopen zonder dit product. We zitten hier tegelijk met de voet op het gaspedaal en op de rem. Juist om de rui goed te laten verlopen, mag er enerzijds niet overvoerd worden met conditie stimulerende ingrediënten. Anderzijds hebben de duiven grote nood aan calorieën afkomstig van een optimale bron, om de temperatuurschommelingen aan te kunnen. De moeilijkheid van de ruiperiode bestaat er uit om hier een goed evenwicht te vinden. Miobol brengt mede evenwicht in het rui menu.
De temperatuur, de hoeveelheid licht en de voeding spelen een zeer belangrijke rol in de rui en zij leiden de ingrijpende en complexe hormonale wijzigingen in, aan dewelke wij niets kunnen veranderen. Zo kunnen wij in feite enkel nog de voeding optimaliseren door toevoeging van de gepaste supplementen (Winmix).
In het ruischema is Roni een cruciale aanvulling omwille van het streven naar de juiste zuurtegraad in de darm. De zuurtegraad draagt naast de kiemcontrole bij tot een efficiënte opname van de mineralen.In het schema vinden we de Curol terug omdat olie en vet cruciale brandstoffen zijn tijdens de rui. Wanneer er tijdens de rui en de winter minder gevlogen wordt, legt de duif verspreid over haar abdomen op een 15-tal plaatsen een kleine vetreserve aan die cruciaal is als buffer voor de aankomende winter. Dit heeft niets te maken met zwaarlijvigheid! Deze vetten worden in het voorjaar door de werking van de hormonen (ten gevolge van de temperatuurstijging en het toenemende licht) naar de spieren gestuurd om er als “vliegvet” ingezet te worden.
Het hoeft tot slot geen betoog dat Stopmite d.m.v. zijn parasietencontrole een onmisbare hulp is bij de vervanging van het vederkleed. De ongestoorde ontwikkeling van nieuwe pluimen in de huid, samen met een gewaarborgde (nacht)rust is het minste waar onze duiven recht op hebben.
Bestel het COMED Rui Programma hier.